Bidden

“Wek mijn zachtheid weer, geef mij terug de ogen van een kind”, zo begint een prachtig meditatief lied van Huub Oosterhuis en Antoine Oomen.
Dit lied geeft heel goed een paar dingen weer over het wezenlijke van bidden. Allereerst verwoordt het een wens, een verlangen van degenen die zingen. Dat verlangen is heel herkenbaar: we worden zo vaak in beslag genomen door de hectiek van het dagelijks leven, en het valt niet mee om stil te staan bij het leven, bij wat we doen en wie we zijn. Hoe kostbaar zijn die momenten: momenten om weer op adem te komen. Dat schept ruimte in het leven. Ruimte waarin iets kan oplichten over het geheim van mijn leven, over het geheim van God.

Verder verwoordt dit lied dat bidden ons altijd in relatie stelt tot iemand anders, Iemand anders: God. We bidden niet tot elkaar, of tot onszelf. Bidden is wezenlijk communiceren, een relatie aangaan. En daarvoor zijn er minimaal twee nodig: jij zelf en God.

Nu is de communicatie met God iets anders dan de communicatie met andere mensen. Het is vaak zo lastig vast te stellen wanneer je antwoord krijgt. Wie gelooft dat bidden een kwestie is van vragen en verhoord worden, zal teleurgesteld ophouden met bidden. Ik heb niet gekregen waar ik om gevraagd heb, dus God antwoordt niet. Zo beschouwd is bidden alleen een magische truc waarmee je oplossingen voor je problemen kun toveren. Zo’n visie op bidden maakt van het gebed een ruilhandel: wie goed is en trouw bidt, die wordt door God gezegend met voorspoed, en anderen zal het slecht vergaan. Zo’n visie ontneemt aan God het initiatief. En als christen geloven we dat God zelf het initiatief neemt: niet wij roepen God, maar God roept ons. Ons bidden is niets anders dan een antwoord. “Het gebed heeft één functie, en dat is ‘Ja’ te antwoorden als Hij klopt; onze ziel open te stellen, en Hem de gelegenheid te geven ons het antwoord te brengen.”, schrijft Ole Hallesby in het boekje Het gebed. Bidden zou je dus kunnen omschrijven als gaan staan in de ruimte van God.

Bidden is ingaan op de uitnodiging die God ons doet, de hand die ons gereikt wordt. God zoekt ons, omdat God ons liefheeft en ons nabij wil zijn. Het is een dialoog vanuit liefde. De kern van bidden zit niet in de woorden. In een relatie gebeurt het belangrijkste via andere middelen; is elke uitdrukkingsvorm mogelijk om die relatie uit te drukken. Verwondering over de natuur, muziek, dans, meditatie, naar Jezus kijken en hij kijkt terug., al deze dingen kunnen een mystiek moment opleveren. Om te bidden is geen hoogdravende taal nodig, je hoeft niet gestudeerd te hebben. Bidden kan iedereen. Het enige dat nodig is, is de verwondering van een kind, zegt het lied. De relatie kan juist omdat je dichtbij elkaar staat, zonder woorden het beste. Stilte die verder reikt dan woorden, waarin we ons één kunnen voelen met de Ene.

Bidden hoeft dan ook niet alleen in apart gehouden momenten, apart gehouden plaatsen. Door te bidden kun je groeien in gebed zodat het een levenshouding wordt die heel je leven doortrekt.
“Uw verlangen is uw gebed; indien u onophoudelijk verlangt, dan bidt u ook onophoudelijk.”, zegt Augustinus. “Niet voor niets heeft de apostel gezegd: “Bidt zonder ophouden” (1Thess. 5,17). Moeten wij nu altijd op de grond knielen, het lichaam uitgestrekt en de handen opgeheven, omdat hij ons zegt: “Bidt zonder ophouden”? Indien wij alleen dit bidden noemen, dan zie ik niet in dat wij het zonder ophouden kunnen verrichten. Maar er rust in de ziel een ander gebed, een inwendig gebed dat geen einde kent, namelijk het verlangen.” “Het verkoelen van de liefde is de verstomming van het hart; de vlam van de liefde is het roepen van het hart. Indien uw liefde zonder ophouden brandt, dan roept u ook zonder ophouden; indien u zonder ophouden roept, dan verlangt u ook zonder ophouden.”

Dit bidden doortrekt alle liturgie, van eucharistie tot Marialof, van vesper tot Taizéviering. Dit bidden is de grond van ons geloof.
Dit verlangen maakt dat we blijven bidden, op zondag, door de week, op hoogtijdagen of als het moeilijk gaat. Dit verlangen maakt dat we bij elkaar blijven komen en vieren.

[eerder gepubliceerd in: Tussenbeide, bisdomblad van het Bisdom Rotterdam, november 2006]

Bericht auteur: Marian Geurtsen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *