Eerherstel voor de gavenprocessie

Ooit maakte ik een viering mee van de Medische Missiezusters in Amsterdam-Zuidoost. Zusters van over de hele wereld waren samengekomen om de professie te vieren van drie van hen. Voor de gavenprocessie bracht een hele stoet van achteruit de kerk brood en wijn naar het altaar. Dansend twee aan twee kwamen de zusters naar voren terwijl de gemeenschap een offerandelied zong. Vooraan in de processie droegen ze een brandend kaarsje op de hand, de zusters achteraan hadden een mandje met hosties, een kan met wijn, bloemen, kaarsen en wat er verder gebruikt werd om de altaartafel aan te kleden. De processie trok ieders aandacht en maakte de eucharistie extra feestelijk.

Het hart van de eucharistieviering is ommekeer: het brood waarmee wij eucharistie vieren is het werk van onze handen – of tenminste gemaakt door mensenhanden en betaald met onze geldelijke bijdrage. Dit brood, deze wijn dragen wij op aan God. (Sommige offerandeliederen wijzen erop dat het werk van onze handen nooit zonder Gods hulp gebeurt). En dit brood, deze wijn, het werk van onze handen, wordt in het eucharistisch gebed tot de gave van God zelf, de zelfgave van Christus aan ons. Die gave reikt God weer uit aan de gelovigen in de communie. Door ter communie te gaan, ontvangen wij het Lichaam van Christus en worden wij deel van dit Lichaam van Christus. Zo is Christus’ gave opnieuw een uitnodiging aan ons om ons eigen leven te geven voor Christus. Je zou het een doorgaande mystieke ommekeer kunnen noemen van ons werk – Gods werk – Gods gave – onze gave.

In de vroege kerk brachten de mensen hun brood, hun wijn, hun olijfolie, kaas, olijven, honing mee en droegen deze in de kerk naar voren. De diakenen namen alle gaven aan om ze naar het altaar te brengen. Hier sprak de priester het dankgebed over uit en smeekte de heilige Geest om aanwezigheid. Daarmee werden deze gaven geheiligd en brood en wijn werden uitgedeeld als Lichaam van Christus (en volgens sommige beschrijvingen uit de eerste eeuwen werd er ook melk en honing uitgereikt). De gaven die overbleven waren bestemd voor de kerk. Ze konden worden uitgedeeld aan de armen of de priesters (en de maagden en weduwen van de kerk) gebruikten ze zelf om van te leven. In sommige landen gebeurt het nog altijd dat de parochianen hun gaven in natura meenemen naar de kerk en in de gavenprocessie verzamelen: zo onderhouden de parochianen hun pastores.

Wij nemen geen brood en kaas en olijfolie en wijn meer mee als we naar de kerk gaan. De meesten mensen bakken ook geen brood. Wij geven geld in de collecte: het werk van onze handen in de vorm van een bijdrage voor de kerk of voor het werk van de kerk voor de armen. De collecte is niet voor niets op hetzelfde moment als het klaarmaken van de altaartafel. Als het goed is, draagt de priester de opbrengst van de collecte op aan God, net zoals hij brood en wijn opheft en opdraagt aan God ter voorbereiding op het eucharistisch gebed. De collecte is dus niet een pauze-onderdeel, en evenmin een verlate toegangsprijs waar de penningmeester om vraagt. Het is wezenlijk onderdeel van het ritueel van de eucharistie: zonder onze gaven kan Christus zichzelf niet geven. Zonder dat wij ons inzetten, onszelf in het geding brengen, blijft het eenrichtingverkeer van de kant van Christus en zo komt een sacrament net tot stand.

Vaak komt deze symboliek echter niet tot zijn recht in de eucharistie. Wat zien de kerkgangers in veel kerken? Samen met het liturgisch vaatwerk, kelk en schaal, staan brood en wijn al klaar op de credenstafel ergens in een hoek achter de preekstoel. Misdienaars brengen deze tijdens de collecte naar de priester bij het altaar. De kerkgangers zijn ondertussen afgeleid door de collecte dus zij kijken pas weer op als de collectanten voorbij zijn en het collectelied gezongen is. Misschien zien ze de priester nog net bezig met de voorbereidende gebeden over de gaven. De kerkgangers maken amper iets mee van het aandragen van de gaven van brood en wijn en hoe de priester deze opdraagt. Natuurlijk kun je zeggen dat de misdienaars hun taak doen namens de gemeenschap. Maar veel mensen zullen het niet zo herkennen. Veel mensen leggen niet het verband tussen brood en wijn die klaarstaan op de credenstafel en het werk van onze handen. Ook niet tussen de collecte en de gaven in de eucharistie trouwens. De credenstafel staat zo dicht bij het altaar dat zij in de beleving van veel mensen al bijna ‘heilig’ zijn. Zo is er nauwelijks ruimte voor omkering, voor een transformatie van onze gaven in de gave van Christus.

Hoe zou het beter kunnen? In een kleine gemeenschap maak ik soms mee dat bij de ingang achterin de kerk een doos met hosties staat. Iedereen die binnenkomt legt één hostie in de schaal ernaast. Tijdens de offerande komen twee kerkgangers de schaal ophalen en lopen samen met de collectanten met de collectemandjes naar voren. De misdienaar of de priester neemt alle gaven aan, legt de hosties in de daarvoor bestemde schaal en heft ze samen met de gaven op het altaar. Is het oneerbiedig om de hosties zo achterin de kerk te laten liggen gedurende de eerste helft van de viering? Nee, niet anders dan wanneer ze op de credenstafel klaar staan. Deze hosties zijn nog niets meer dan brood: product van mensenhanden. Iedere kerkganger kan ze dus in de handen houden en naar voren brengen.

Het kan een taak voor kinderen zijn. Of voor twee leden van de werkgroep diakonie. Mooi is het als je tegelijkertijd de mand met gaven voor de voedselbank naar voren draagt en op deze manier onze gaven aan de armen zichtbaar maakt in de liturgie. En probeer eens of het dansend kan op het lied dat de gavenprocessie begeleidt. Op deze manier worden de kerkgangers veel actiever betrokken bij de gaven en wordt zichtbaar dat deze gaven uit het midden van de gemeenschap komen. Dit helpt om het mysterie van de omkering tot sacrament te herkennen.

Dit helpt ook om het – door sommige bisschoppen zo vurig bepleit – onderscheid tussen de eucharistieviering en de woord- en communieviering helderder te maken. De gaven die in de communieviering gedeeld worden, zullen immers nooit van achter uit de kerk aangedragen worden door leken, maar met eerbied uit het tabernakel gehaald worden.

(foto: gavenprocessie in St Benedict Parish, Chicago)

Bericht auteur: Marian Geurtsen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *