Kleopas en ik liepen van Jeruzalem naar huis in het dorpje Emmaüs. We lopen die weg zo vaak, maar dit was de eerste keer nadat Jezus was gestorven en begraven. We wilden niet naar huis en we wilden ook niet in Jeruzalem blijven. ‘Heb je gehoord wat Maria Magdalena en de andere vrouwen vertellen?’, vroeg ik hem, ‘Ze hebben het graf leeg gevonden. Ze zeggen dat Jezus leeft. Maria Magdalena heeft hem vanmorgen ontmoet in de graftuin.’ Kleopas schudde het hoofd. ‘Die vrouwen zijn in de war. Ze willen van alles geloven.’ Halverwege de weg kwam een man met ons op lopen. Als je lopend bent, loop je vaak een eindje samen op met iemand anders die dezelfde kant op gaat. Hoe konden wij weten dat het Jezus was? ‘Waarvan zijn jullie zo somber?’, vroeg hij. Mijn man keek hem eens aan. ‘Bent u dan de enige vreemdeling in Jeruzalem, dat u niet weet wat er is gebeurd?’ En we vertelden hem hoe Jezus was gestorven. We hadden onze hoop op hem gevestigd; hij zou ons de overwinning brengen. En in plaats daarvan was hij gekruisigd door de Romeinse machthebbers. De man toonde begrip. ‘Maar de Christus moest sterven om de dood te overwinnen. Dat hebben de profeten voorspeld.’ Zoals hij sprak over de verhalen in de Bijbel klonken ze ineens heel anders. Het leek of hij ze van binnen uit kende. We leerden met andere ogen kijken. Thuis in Emmaüs aangekomen nodigden Kleopas en ik vanzelfsprekend de vreemdeling uit: ‘Blijf bij ons; het wordt al avond.’ De man aarzelde, maar we lieten hem niet gaan. Aan tafel sprak hij het gebed uit en brak hij het brood. Daaraan herkenden we hem: precies zo had Jezus met ons het brood gebroken voor zijn dood. Maar nog voor we iets konden zeggen, verdween hij uit het zicht. ‘Weet je nog hoe helder alles werd toen hij het ons uitlegde?’, zeiden we opgewonden tegen elkaar. We stonden op en keerden meteen naar Jeruzalem terug: ‘Dit moeten de anderen horen!’
Paasvlechtbrood
Al eeuwenlang bakken de Grieken voor Pasen een vlechtbrood: tsoureki. Dit brood is het eerste dat na de vasten gegeten wordt: het bevat alles wat tijdens de vasten verboden is, zoals boter, melk en eieren. De paaseieren worden gekookt en wel meegebakken. Eieren, in veel culturen symbolen van de lente, verwijzen met Pasen naar het gesloten graf en het verborgen nieuwe leven. In Griekenland worden paaseieren rood geverfd als herinnering aan het bloed van Christus. Het brood krijgt zijn typische geur door een Griekse specerij die mahlepi of mahlep wordt genoemd. Mahlep is te koop in Turkse winkels. Als alternatief kun je kardemom nemen.
Ingrediënten
- 500 gram bloem
- 7,5 gram zout
- 20 gram verse gist
- 50 gram gesmolten boter, afgekoeld
- 1 eidooier
- 225-250 ml lauw water + sinaasappelsap
- geraspte schil en het sap van 1 sinaasappel (biologisch)
- 2 gram mahlep en 2 gram masticha (eventueel vervangen door 2 gram kardemom)
- 3 (rood geverfde) eieren voor op het brood
- 1 ei om het brood te bestrijken
- amandelen ter versiering
Werkwijze
(Bij gebruik van mahlep en masticha: kook de kruiden enkele minuten in twee eetlepels water. Zeef het en gebruik het water.)
Los de gist op in een deel water en laat 15 minuten rusten. Meng bloem, zout, kardemom, boter, eidooier en sinaasappelrasp. Voeg het gistmengsel, water en sinaasappelsap toe en kneed in 10 minuten tot een soepel deeg. Het deeg moet niet te droog zijn. Afdekken met een vochtige doek en 1-2 uur laten rijzen.
Verdeel het deeg in drie stukken en rol ieder stuk tot een lange sliert. Vlecht hiervan een brood, vlecht om de eieren heen. Leg het brood op een ingevette bakplaat, dek af en laat minstens 2 uur rijzen. Het deeg moet zacht aanvoelen en toch nog een beetje terugveren.
Verwarm de oven tot 200 °C. Bestrijk het brood met ei en leg de amandelen erop. Bak het brood goudbruin in 30 minuten: 10 minuten op 200 °C en 20 minuten op 180 °C.
Terug naar Zalig gebakken