Ondanks alles is Sinterklaas toch weer aangekomen in het land. Ik koester heerlijke herinneringen aan het Sinterklaasfeest van mijn jeugd: dagenlang in het geheim ideetjes verzamelen, surprises knutselen, een bordje op mijn kamerdeur met “verboden toegang” erop, op gedichten broeden en niet weten wie er voor jou iets aan het maken is. Mijn ongetrouwde tante vierde altijd met ons mee. De wasmand was te klein om alle cadeautjes te kunnen bevatten.
Sinterklaas wordt steeds duurder, de cadeaus worden ieder jaar groter. Volgen we alleen maar de wil van de commercie? Waarom doen we er zo graag aan mee: die cadeaufeesten zoals Sinterklaas en Kerstmis? En vergeet niet moederdag en vaderdag, en je eigen verjaardag en die van anderen door het jaar.
Elkaar cadeaus geven is niet bedacht door de commercie. Het is een eeuwenoud gebaar waarmee je vriendschap beloont, waarmee je banden bevestigt tussen jou en de ander. In de Griekse oudheid deelde een gastheer cadeautjes uit aan de gasten tijdens of na afloop van een feestmaaltijd. Nu zouden we dat heel vreemd vinden. Wij verwachten dat een gast bloemen of een fles wijn meeneemt voor de gastvrouw.
Cadeautjes zijn bedoeld als iets spontaans: je geeft ze zomaar, zonder dat je er iets voor terug ontvangt. Echte cadeaus zijn vrijgevig. Je geeft uit liefde, uit betrokkenheid bij de ander. En het mooiste dat je ervoor terug kunt krijgen, is de dank van de ander. Cadeautjes geven is op zijn minst ambigu: je mag er niet automatisch van uit gaan dat als je een cadeau geeft, je ook iets terugkrijgt. Er zit onzekerheid in.
Maar sociologen wijzen erop dat geven en ontvangen niet helemaal vrij van verplichtingen zijn. Geven en ontvangen creëert een wisselwerking die vrij is en toch verplichtend is. Je kunt niet op de verjaardag van iemand komen zonder cadeau als je zelf wel iets van haar ontvangen hebt op jouw feestje. Zo scheppen cadeaus een vorm van verbondenheid, Mauss spreekt zelfs van solidariteit (Mauss 1950). Door gul te zijn in geschenken hopen mensen dat anderen ook gul voor hen zijn als het nodig is. Dat maakt dat geschenken een subtiele mix zijn van altruïsme en eigenbelang (Komter 1996).
Cadeaus zijn altijd omgeven met rituelen. Dat begint al met de geheimzinnigheid. Bij een verjaardag weet je vooruit dat je cadeautjes zult krijgen en je mag ze niet zien. Ze worden verstopt ergens in de kast van je ouders. Dan is er het moment: ‘s morgens bij het wakker worden op het bed van je ouders met alle broers en zusjes eromheen mag je uitpakken.
Met Sinterklaas wordt dit ritueel helemaal uitgebouwd: de geheimzinnige Sint als afzender maakt onzichtbaar van wie je een cadeau hebt gekregen. De Sint zelf is een geheimzinnige figuur en hij komt via ongewone toegangen in huis. Het surprises maken gaat gepaard met dagenlang ‘verboden op mijn kamer te komen’. Het moet een verrassing blijven wat je krijgt.
In de cadeautjes, de surprises, gaat het niet altijd om leuke dingen: de sport is om een surprise te maken die de ontvanger op het verkeerde been zet, of die een zwakke plek van de ontvanger op een ludieke manier aan de kaak stelt. Je krijgt de cadeautjes niet voor niets: je moet er wel voor met je billen bloot, of het halve huis doorzoeken op speurtocht, of er een ludiek nepcadeau voor dooreten, voordat je bij je beloning komt. Hier gaat het om recht en onrecht. Het gaat dus toch om goed en kwaad, ook al denken we dat we de roe hebben afgeschaft.
De uitkomst van cadeaus geven is dankbaarheid. Dat kan de bijsmaak hebben van sociaal wenselijke gedrag: je moet wel dankbaar zijn voor een cadeau, want iemand anders heeft er moeite in gestoken. Maar er is ook dankbaarheid op een ander niveau: als het gelukt is om een leuke avond vol met cadeaus en uitwisseling te beleven die de banden tussen de mensen echt goed doet, dan geldt de dankbaarheid vooral de banden, niet de cadeaus zelf. Cadeautjes geven is leuk. Je wordt er zelf heel blij van als je ziet dat jouw cadeautje iemand anders blij maakt. “Het Sinterklaasfeest is heilig in ons gezin omwille van het geluk en de blijdschap die het aan de kinderen geeft. Zelfs al gaat het om kleine, simpele dingen die ze krijgen. Dat dringt op zo’n avond diep tot me door. Ik voel me dan gelukkig dat ik hen heb. De cadeaus zijn bijzaak.” (zegt een respondent in Rituelen thuis, Goedroen Juchtmans, Tilburg, 2008)
“Wij zijn in de familie gestopt met cadeautjes heen en weer geven,” schreef iemand op social media. “Die cadeautjes zijn vaak zo onbenullig, niemand zit erop te wachten. We verdienen toch genoeg om te kunnen kopen wat we willen?” Wat een geluk voor de man die dit schrijft (ja, het was een man) dat hij alles kan kopen wat hij wil. Maar ik hoor er een nieuwe armoede in: mensen stoppen met elkaar verrassen, mensen doen geen moeite meer om iets leuks aan elkaar te geven.
Gelukkig zijn er ook andere mogelijkheden. Sommige vriendengroepen kiezen ervoor alleen surprises en gedichten te maken; het cadeautje mag hooguit vijf euro kosten. Anderen kiezen voor “hergebruikte” cadeaus: je geeft iets weg dat je al in huis had en waar je afstand van wil doen. Het gaat letterlijk niet om de inhoud maar om het gebaar. En natuurlijk om de gezellige avond. Doe je thuis niet aan cadeautjes maar wil je toch iets goeds doen met je geld? Kijk dan of er inzamelacties zijn in je buurt, voor de voedselbank of de speelgoedbank. Want er zijn nog te veel kinderen in Nederland waar Sinterklaas voorbij gaat zonder iets in de schoen te stoppen.