Het verhaal van Jozef is geen heldenverhaal. Jozef is een held op het tweede plan, te oud en te onzichtbaar om geslaagd te kunnen noemen. Maar misschien leren we van hem wel dat succes helemaal niet belangrijk is.
Eigenlijk is de bijbel haar tijd ver vooruit. Al voordat het voor de wet mogelijk was, had Jezus twee vaders. In de traditie heet Jozef de voedstervader van Jezus. Dan is Jozef een soort stiefvader of een mee-vader zoals er soms een mee-moeder is in een gezin met twee moeders. Jezus vond zijn vader in de hemel belangrijker. Dat vertelt hij aan Jozef en Maria als hij twaalf is. Jozef schaamt zich dood: ze zijn Jezus kwijtgeraakt als ze met de hele familie uit het dorp naar Jeruzalem zijn geweest om het paasfeest te vieren. Na een dag beginnen ze toch te zoeken, want hij is ook niet bij de familie. Hoe kon hij weten dat Jezus in de tempel was achtergebleven? Hoe kun je ook als vader concurreren met een vader in de hemel?
Uit het evangelie weten we niet veel over die andere vader van Jezus. Na die uit de hand gelopen zoekpartij als Jezus twaalf is komt Jozef niet meer voor. Hij moet al gestorven zijn voordat Jezus begon rond te trekken en te verkondigen, hebben de christenen al sinds de vroege kerk gedacht. Daarom kan in het evangelie van Marcus wel tegen Jezus gezegd worden ‘uw moeder en uw broers zoeken u’ en niet uw vader. In de legendes worden er redenen gezocht voor deze afwezigheid.
Misschien was Jozef al oud toen hij met Maria trouwde, vertellen de legendes. Hij was al weduwnaar en had de leeftijd om van zijn kleinkinderen te gaan genieten. Maar van leuk hobbelpaardje spelen met de kleinkinderen kwam niet veel terecht. Hij werd namelijk naar de tempel geroepen, net als alle alleenstaande mannen. Maria was veertien jaar oud geworden en de priesters zochten een bruidegom voor haar. Dat kon niet zomaar iedere man zijn, want Maria was bijzonder. Alle mannen moesten daarom een staf meebrengen: een stevige tak. Want, zo hadden de priesters gelezen bij de profeet Jesaja: ‘Aan de stam van Jesse zal een nieuwe twijg verschijnen; de stronk die dood was, zal opnieuw gaan bloeien. Op hem rust de Geest van God; de geest van wijsheid en inzicht.’ Aan de lopende band kwamen er mannen bij de tempel vragen om Maria’s hand: jonge mannen, oudere mannen, leuke mannen en saaie mannen. Maria werd niets gevraagd. Tot ieders verwondering bleef een duif juist op de staf van Jozef zitten. En toen zagen ze: aan deze staf was een kleine bloem verschenen. Jozef maakte bezwaar: ‘Kijk dan, ik ben toch veel te oud voor dit meisje! Ik zou haar vader kunnen zijn. Ik kan nooit een heel leven voor haar zorgen.’ Maar als de Geest van God iets wil, dan heb je maar te doen. Jozef verloofde zich met Maria en nam haar mee naar Nazareth. En Jozef hoopte maar dat die geest van wijsheid en inzicht ook bij hem was als hij probeerde zo goed mogelijk voor zijn gezin te zorgen.
Als kind was Jezus regelmatig bij Jozef in de timmerwerkplaats te vinden. Natuurlijk had Jozef gehoopt dat Jezus net als hij timmerman wilde worden. Maar Jezus liet zijn beroep van zijn andere vader afhangen. Men zegt trouwens dat Jozef niet zo’n handige timmerman was: hij sloeg nogal eens de plank mis. Dan had hij weer een rekenfoutje gemaakt en waren de poten van een stoel ongelijk zodat deze bleef wiebelen. Een andere keer had Jozef een kast gemaakt en paste de deur niet zodat de kast niet dicht kon. Als het weer zover was, deed Jezus even een wondertje. Zo kwam de kast toch nog goed in zijn voegen, en kwam ook de stoel op zijn pootjes terecht.
God zoekt zijn mensen niet uit omdat ze perfect werk afleveren. Ook als je onhandig bent, ben je nog waardevol in de ogen van God. Gelukkig is die geest van wijsheid toch iets anders dan succes hebben in de ogen van de mensen.
(Gepubliceerd in: Heilig Spel jg 2 nr 1 februari 2024)
Marian Geurtsen