Lucia groeit op in Syracuse, een stadje op Sicilië. Haar ouders hebben haar Lucia genoemd: kind van het licht. Eens wanneer haar moeder al heel lang ziek is en niet weet hoe ze beter moet worden, neemt Lucia haar moeder mee naar het graf van de heilige Agatha. Agatha heeft zo dicht bij Christus geleefd, dat Lucia denkt dat ze daar wel kunnen vragen om haar moeder te genezen. En zo bidt ze: ‘Agatha, wil jij vragen of Christus mijn moeder kan genezen?’ In een visioen spreekt Agatha tegen haar: ‘Maar je hebt mijn hulp niet nodig, Lucia. Jij bent zelf zo dicht bij Christus dat je mensen kunt genezen.’ Als Lucia opzij kijkt, voelt haar moeder dat ze weer beter is. Lucia begin te stralen: ‘Ik ga mijn leven wijden aan Christus.’
Als ze weer thuis komen treffen ze daar Paschasius voor de deur. Paschasius is de verloofde van Lucia en het is bijna zover dat ze gaan trouwen. Niet dat ze verliefd op elkaar zijn, want zo gaat het niet in de Romeinse tijd. Lucia’s ouders hebben geregeld dat Lucia met hem gaat trouwen. Ze zijn heel erg blij dat een man uit een van de rijkste families van de stad zijn oog heeft laten vallen op hun dochter. Maar Lucia wil niet langer trouwen met Paschasius. ‘Ik heb een andere taak in het leven,’ zegt ze tegen hem, ‘deel die bruidsschat maar uit onder de armen.’ Paschasius wordt boos: ‘Hoe durf jij onze afspraken te verbreken?’
Andere mensen vertellen dat de man haar probeerde over te halen met mooie praatjes en vleierij. ‘Wees nu toch lief voor mij. Je bent zo mooi en ik houd zo van je prachtige ogen,’ zei hij verleidelijk. Maar Lucia ging naar haar kamer. Ze kwam terug met een presenteerblaadje waarop ze de ogen van haar pop had gelegd. ‘Hier heb je de ogen die je zo mooi vond,’ zei ze terwijl ze het blaadje aan hem liet zien. ‘Jij ziet alleen maar mijn lichaam, het gaat je niet echt om mij. Als je mij behandelt als een pop, dan kun je net zo goed een pop nemen.’
Paschasius gaat er niet mee akkoord dat Lucia een eigen keuze maakt. Wat verbeeldt dat kind zich wel, dat ze nee kan zeggen tegen hem? Hij gaat naar de rechter. En de rechter is goede vrienden met de ouders van Paschasius, dus hij vindt dat Paschasius alle recht van de wereld heeft.
‘Je ouders hebben namens jou trouw beloofd aan deze man; waarom wil je niet met hem trouwen?’ vraagt hij bars.
Lucia blijft bij haar woord: ‘Ik ben geen pop, waarmee je maar alles kunt doen. Ik wil mijn eigen leven leiden. En ik heb trouw beloofd aan Christus.’
‘Sinds wanneer telt het wat meisjes zelf willen met hun leven?’, roept de rechter verontwaardigd. ‘Als dat geen bewijs is van ongehoorzaamheid! Je hoort te doen wat je ouders en je man tegen je zeggen en niet een of andere Christus achterna te lopen.’ En tegen Paschasius zegt hij: ‘Doe maar met haar wat je wilt.’ Paschasius weet wel een passende straf voor haar. Hij stuurt een hele stoet mannen op haar af die met haar mogen doen wat ze willen. Dat zal haar leren dat haar lichaam belangrijker is dan wat zij zelf wil. De mannen staan al te trappelen. ‘O kijk, hoe mooi ze is! Ik wil haar het eerst!’ Zo ruziën de mannen. Maar hoe ze ook proberen om haar mee te nemen, Lucia lijkt wel aan de grond genageld. Ze is niet weg te trekken, niet door één man, niet door een hele groep mannen. Zelfs niet met twee ossen. Ze is er zelf verbaasd over. Het moet een wonder van God zijn, die zo laat zien hoe Hij mensen beschermt die Christus trouw zijn.
In Zweden waar de dagen in de winter donker zijn, is Lucia heel populair. Daar vertelt men dat zij in de catacomben afdaalde om brood rond te brengen voor de christenen die zich schuil hielden voor de vervolgingen. Omdat ze haar handen vol had met brood, droeg ze het licht op haar hoofd. Nog altijd lopen op haar feestdag de jonge meisjes door de straten met een kroon van licht op hun hoofd. Zo is zij in deze donkere dagen van de Advent een voorbode van het licht van Kerstmis.
Gepubliceerd in: Heilig Spel 2023 nr 5.