Heb je het nooit gehoord? Er komt maandverband voor in de Bijbel. Ja, het is misschien moeilijk te herkennen, maar dat zijn we wel gewend met maandverband. Ik neem je mee naar een profetie van Jesaja. De context van de tekst is aldus: de mensen zijn volgens Jesaja weer volop voor de zonde gevallen. Jesaja wil de mensen daarvan doordringen en oproepen tot bekering. Al denken de mensen nog dat ze het best redelijk doen, in vergelijking met Gods goedheid zijn alle menselijke pogingen om iets goeds van het leven te maken niet meer dan smerig. Dat is de rode draad van zijn profetie. En daar gebruikt hij de volgende vergelijking voor:
“Nu bent u in toorn ontstoken, omdat wij gezondigd hebben.
Hadden we maar de oude weg gevolgd, dan zouden we worden gered.
Wij allen zijn onrein geworden, onze gerechtigheid is als het kleed van een menstruerende vrouw.” (Jes 64, 4b-5a NBV)
Daar staat het dan in de Nieuwe Bijbelvertaling. Probeert u zich dat eens voor te stellen: het kleed van een menstruerende vrouw. Wanneer ik ongesteld ben, pleeg ik niet rond te lopen met een picknickkleed over mijn schouder geslagen. Wat bedoelt Jesaja hiermee? Laten we deze tekst eens vergelijken met andere vertalingen. De Willibrordvertaling uit 1995 bijvoorbeeld schrijft:
“Wij hebben ons allemaal verontreinigd,
heel onze gerechtigheid werd als bevlekte kleren.”
In deze vertaling gaat het helemaal niet over menstruatie: hier gaat het gewoon over kleren die vuil zijn. En weer iets anders geeft de NBG uit 1951 de tekst weer:
“Wij zijn allen geworden als een onreine,
al onze gerechtigheden als een bezoedeld kleed.”
Geen wonder dat er nooit een belletje is gaan rinkelen bij ons, vrouwen in de kerkbanken. Wij weten immers alles van bezoedelde kleren. Altijd alert op wasmiddelen die zelfs de moeilijkste vlekken uit de voetbalshirts van onze kinderen weten te wassen, zo zit het in onze genen. Maar aan maandverband heeft nog niemand gedacht. Neem dan de Willibrordvertaling uit 1975:
“Allen hebben wij ons verontreinigd,
heel onze ongerechtigheid werd een stondendoek gelijk.”
Dat prachtige ouderwetse woord stonden, dat zijn we in onze tijd al bijna vergeten. Maar dat verwijst wel degelijk naar de menstruatie.
Al deze omtrekkende bewegingen van de hedendaagse vertalers maken nieuwsgierig naar wat er in het Hebreeuws staat. Meestal als vertalingen afwijken van elkaar, dan is er in de brontekst iets lastigs met de tekst. Waar gaat het om in Jesaja 64?
“Wij allen zijn onrein geworden.” Voor onrein staat in het Hebreeuws het woord tamé. Dat betekent onrein, maar is niet hetzelfde als vuil door de modder. Onrein worden betekent zoveel als ‘onwaardig voor God’, ritueel verontreinigd in de betekenis van Leviticus. In Leviticus zijn er vier gebieden waar een mens onrein van kan worden. Ten eerste van eten en drinken: sommige vleessoorten gelden als onrein. Ten tweede van de dood: een mens wordt onrein wanneer hij of zij iemand begraven heeft. Ten derde huidziekten, bijvoorbeeld melaatsheid (dat in de NBV is weergegeven met het zo moderne woord ‘huidvraat’). En ten vierde seksualiteit en geboorte: je werd onrein als je seksuele gemeenschap had gehad, of als je menstrueerde, of als je een kind had gebaard. Vier domeinen van het menselijk leven, die alle vier te maken hebben met dood en leven, met ziekte en gezondheid.
Dus wanneer een kleed vuil wordt omdat het tijdens een picknick op het gras heeft gelegen, is het nog niet onrein.
Al onze gerechtigheid is als een beged iddim, staat er in het Hebreeuws. Een beged iddim, die twee woorden moeten we even nader bekijken. Beged betekent kleed. Of kleding, kleren. Vrouwen kochten in die tijd hun kleding niet bij Miss Etam: ze weefden en naaiden zelf. Ze droegen een onderkleed en een bovenkleed, een kort kleed of een lang kleed, het werd een mantel als het overal overheen geslagen werd. Vrouwen maakten die kleden anders vast rond hun lichaam dan mannen; zo onderscheidde men vrouwenkleding en mannenkleding. Een beged is dus een kleed, groot of klein, van linnen of van wol, dat voor diverse doeleinden gebruikt kon worden. Soms als een doek of lap of een deken om op te zitten, of als kleding om te dragen, of als kleed voor over een altaar in de tempel.
Het woord iddim komt in de Bijbel verder nergens voor. Uit buitenbijbelse teksten weten we dat het verwijst naar een regelmatig terugkerende periode, zoals die voor ons ouderwetse uitdrukking stonden, of in het Engels: period. Letterlijk kan dus beged iddim vertaald worden met stondenkleed, of menstruatiedoek
Is het denkbaar dat een beged iddim, een menstruatiekleed, verwijst naar een speciale jurk die een vrouw droeg als ze ongesteld was? Kleding maken was jaren werk. Je gaat je goede kleed niet iedere maand aan de gevaren van de menstruatie blootstellen. Ik veronderstel dat ook in de bijbelse tijd menstruatie taboe was, dat je er niet over sprak en liever niet liet merken aan je buren dat het weer die tijd van de maand was, dus een jurk met rode vlekken zal niet populair geweest zijn. Bovendien hadden mensen geen kast vol kleren, zoals wij.
Om te begrijpen wat voor kleed het betrof, kunnen andere vertalingen van de Hebreeuwse tekst ons helpen: de Septuagint en de Vulgaat. Hoewel er een tijdsverschil is tussen de oudste Griekse vertaling en de oorspronkelijke tekst van Jesaja, is de Septuagint wel een van de oudste interpretaties van deze tekst. In deze vertaling wordt beged vertaald met het Griekse woord rakos. Het woord rakos nu betekent niet in het algemeen kleed of kledingstuk, zoals in het Hebreeuws beged. Het woord rakos wordt in het Grieks gebruikt voor een gescheurde lap, een reep stof, of algemeen voor vodden of lompen. De Griekse vertalers uit de eerste eeuw voor Christus hebben het menstruatiekleed geïnterpreteerd als een oud lapje.
De Vulgaatvertaling spreekt over pannus menstruatis: een stuk doek of een oude lap, een vod, bedoeld voor de maandstonden. In zowel de Griekse vertaling uit de eerste eeuw voor Christus als de Latijnse vertaling uit de 4e eeuw na Christus was een menstruatiekleed niet een complete jurk, maar een oud lapje dat een vrouw gebruikte om ervoor te zorgen dat haar goede kleed beschermd werd tegen bloedvlekken.
Bewijzen kunnen we het niet. Maar het is aannemelijk dat vrouwen in de bijbelse tijd lapjes gebruikten tijdens de menstruatie als bescherming voor hun goede kleding. Mogelijk haalden ze die lapjes uit oude kleren die versleten waren en niet meer gedragen werden: repen stof of vodden.
Het bezoedelde kleed uit de NBG, de bevlekte kleren uit de Willibrordvertaling, het kleed van een menstruerende vrouw uit de NBV – al deze omslachtige beschrijvingen maken een stukje cultuurgeschiedenis van vrouwen onzichtbaar. Terwijl het toch aannemelijk is dat Jesaja hier een menstruatielap bedoelt, ofwel wat wij maandverband noemen.
Wat zegt het over de Nederlandse vertalers dat zij deze woorden kiezen om maandverband te vertalen? Kan het zijn dat men het onkies dacht dat de Bijbel over maandverband in zulke directe bewoordingen zou spreken? Kan het zijn dat zij te weinig kennis hebben van wat vrouwen gebruiken tijdens de menstruatie? Zelfs Damascius in de tiende eeuw was bekend met hoe vrouwen in zijn tijd de menstruatie opvingen. Of moeten we constateren dat de hedendaagse (heren?) vertalers zo zeer gewend zijn aan de reclames voor tampons en Kotex ultradun met vleugeltjes, dat zij er geen erg in hebben gehad dat zij hier een stukje cultuurgeschiedenis van vrouwen onzichtbaar hebben wegvertaald in de profetie van Jesaja?
Blijft natuurlijk dat Jesaja de vergelijking met maandverband uiterst negatief gebruikt. Geen mens wil geassocieerd worden met vuil maandverband. Ook dat is kennelijk een constante in de geschiedenis, van Jesaja tot Damascius (en niet te vergeten Esther: zie het deuterocanonieke Gebed van Esther in EstGr 8, 27 (NBV) ). Maar als spoor van een stukje cultuurgoed van vrouwen is het interessant.
17 april 2011
Verschenen in: Interpretatie, 2011
afbeelding: Laura Dodsworth, uit de film: 100 vaginas.
1 reactie op “Een doekje voor het bloeden: maandverband in de Bijbel”
Maandverband, de redding van Hypatia – Marian Geurtsen
(augustus 26, 2019 - 1:15 pm)[…] is. Dat wil zeggen, totdat ik dergelijke lappen besmeurd met bloed tegenkwam in de Bijbel, bij Jesaja. Hij beschrijft dat Hypatia lappen, of vodden of doeken, die bevlekt waren door de menstruatie, aan […]