Thomas vond het maar wat ongeloofwaardig, dat Jezus verrezen was. Toen de andere apostelen hem vertelden dat zij hem gezien hadden, zei hij: ‘Ik wil mijn vinger in zijn wond kunnen steken, anders geloof ik er niets van.’ En zo kwam Jezus nog een keer naar de apostelen zodat ook Thomas hem kon zien, zo vertelt het evangelie. Thomas kreeg er de bijnaam ‘ongelovige Thomas’ van. En eigenlijk kon hij er niets aan doen: Thomas kwam te laat toen Jezus verscheen aan de apostelen.
Er is nog een verhaal waarin Thomas te laat kwam. Een verhaal waarin precies het omgekeerde gebeurde: Thomas geloofde eerder dan de andere apostelen. Toen Maria oud was en voelde dat haar einde gekomen was, riep zij alle apostelen bij elkaar. Na de dood van Jezus was Maria namelijk een soort moeder van alle apostelen geworden. Ze leefde in Bethlehem, vlak bij Jeruzalem. Iedere dag bad ze bij het graf van Jezus: ‘Mijn zoon, laat me snel naar de hemel gaan, want ik mis je zo.’ Je kunt je vast wel voorstellen hoeveel verdriet ze had dat Jezus dood was, ook al was hij dan verrezen.
Maria liet alle apostelen bij zich komen, want ze wilde graag afscheid nemen. Nou, dat had wel wat voeten in de aarde, want de apostelen waren over de hele wereld verspreid om het evangelie te verkondigen. Petrus was in Rome, Jacobus was in Spanje en Thomas was zelfs helemaal naar India gereisd om de mensen te vertellen over Jezus. Maar als Maria iets wil, dan zorgt God dat het gebeurt. Alle apostelen vlogen om zo snel mogelijk aan het bed van Maria te zijn. En dat voordat de vliegtuigen waren uitgevonden. In Griekenland werd Johannes door een engel op een wolk gezet. Zo vloog hij door de lucht naar Jeruzalem. Paulus kwam vanuit Turkije, Markus uit Egypte. Allemaal waren ze er, inclusief Maria Magdalena. Zelfs Filippus, die al gestorven was, werd even uit zijn graf gehaald om te zorgen dat Maria een mooi afscheid kreeg. Alleen Thomas was te laat.
Maria en de apostelen hadden nog een mooie laatste dag. Ze vertelden elkaar verhalen over hun reizen over de wereld. Maria drukte iedereen op het hart om goed op elkaar te blijven letten. En toen was het zo ver: ze sloot haar ogen. De apostelen werden toch nog verdrietig, ook al hadden ze het aan zien komen. Ze droegen haar het kleine huisje uit en brachten haar naar de heuvel waar Jezus ook begraven was. In een nieuw graf legden ze haar neer, bedekt met mooie witte doeken. Ze gingen terug naar het huisje.
De volgende dag kwam Thomas aan.
‘Waar hebben jullie haar neer gelegd?’ vroeg Thomas. Ze vertelden hem over het graf van Maria.
‘Daar ligt ze niet’, zei Thomas toen heel stellig.
‘Thomas, toen we vertelden dat Jezus was verrezen, geloofde je ons niet. Je wil toch niet zeggen dat je ons nu alweer niet gelooft?’, vroeg Petrus boos.
‘Nee, ik weet het zeker,’ hield Thomas vol. ‘Ga maar kijken: ze ligt niet in het graf.’
En zo trok de stoet van apostelen opnieuw naar het graf dat ze voor Maria hadden klaargemaakt. Maar zodra ze aankwamen, zagen ze het al: in het graf waar ze het lichaam van Maria hadden neergelegd, lagen nu alleen bloemen. Het rook er zo lekker.
Vol verbazing en ongeloof keerden de apostelen naar Thomas. ‘Waar is Maria’s lichaam heen gegaan? En hoe kon jij dit weten?’
Daarop begon Thomas te vertellen: ook hij was door een engel op een wolk gezet om de reis van India naar Jeruzalem te maken. Hij had vertraging gekregen onderweg. En vlakbij Jeruzalem kwam zijn wolk een andere wolk tegen, die door engelen omhoog gedragen werd. Ze droegen Maria naar de hemel.
‘Och, Maria, wat jammer dat ik je afscheid nu moet missen’, riep Thomas nog in de lucht. En Maria antwoordde: ‘Het geeft niet, Thomas. Hier heb je mijn ceintuur. Vertel aan de apostelen dat Jezus mij ophaalt om naar de hemel te gaan.’
En Thomas haalde een linnen ceintuur tevoorschijn en liet deze zien aan de apostelen. ‘Deze ving ik op in de lucht’, zei Thomas. Toen begrepen de apostelen dat ze Thomas moesten geloven. Ze waren blij dat Maria bij Jezus in de hemel was en samen vierden ze feest. De ceintuur kreeg een ereplaatsje. Je kunt hem nu nog steeds bewonderen in de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek in Maastricht.
Gepubliceerd in: Vieren 2021-2 (Werkschrift)